Na de ervaringen met het in 1998 in Frankrijk gespeelde Wereldkampioenschap voetbal besloot de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa een rapport op te stellen inzake voetbalvandalisme. Als rapporteur werd benoemd het PvdA-Kamerlid Gerrit Valk.

Hij stelde een rapport op, alsmede een resolutie met aanbevelingen voor het verder terugdringen van dit verschijnsel, dat op 2 september 1999 besproken wordt in de Commissie voor Cultuur van de Raad van Europa in Parijs.

Rapport en resolutie richten zich zowel op de te nemen maatregelen  in het kader van Euro 2000, alsmede op te nemen maatregelen, die in het algemeen genomen kunnen worden om voetbalvandalisme verder treug te dringen.

Bij de opstelling van het rapport heeft de rapporteur steun gehad van dr. Otto Adang, die als vandalisme-expert werkzaam is bij het LSOP Politie Opleidings- en Kenniscentrum.
De volledige tekst van het rapport is beschikbaar (in het Engels)


Het rapport is op 4 november besproken en aanvaard in het Permanente Comité van de Parlementaire Assemblee, wat resulteerde in een aanbeveling aan de Ministers. Het antwoord van het Comité van Ministers kwam op 31 mei 2000.

Ook de Nederlandse ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie en de straatsecretaris van VWS zijn in een brief aan de Tweede kamer van 5 oktober 1999 ingegaan op het rapport.
Voetbalvandalisme vergt Europese aanpak
Wie een groot internationaal voetbaltoernooi organiseert is helaas gedwongen na te denken over voetbalvandalisme. Sinds de jaren zestig is voetbalvandalisme in een groot aantal landen een hardnekkig probleem dat steeds van gedaante verandert. Ondanks massale politie inzet tijdens het WK in 1998 zijn gewelddadige incidenten ook daar niet uitgebleven. Telkens opnieuw wordt duidelijk dat repressie alléén geen oplossing biedt om voetbalvandalisme het hoofd te bieden. Als mede-organisator van het EK-voetbal in 2000 moet Nederland het voortouw nemen om in Europees verband te komen tot meer sociale preventie. Hierdoor zal de orde niet alleen tijdens het toernooi volgend jaar hier makkelijke te handhaven zijn, maar ook tijdens andere internationale toernooien.
In 1985 vonden 38 mensen de dood tijdens het Heizeldrama. Dit leidde in nog hetzelfde jaar tot de Conventie met betrekking tot geweld en wangedrag door toeschouwers van sportwedstrijden, in het bijzonder voetbalwedstrijden. Deze conventie zorgde voor een aanpak van het voetbalvandalisme in Europees verband. De opgenomen maatrgelen waren vooral repressief van aard en gericht gewelddadigheden zoals die zich in het begin van de jaren tachtig manifesteerden.

De veiligheidsmaatregelen hebben op zichzelf effect gehad. Ze hebben echter zowel in Nederland als in het buitenland tot andere vormen van voetbalvandalisme geleid. Supportersgroepen gaan doelbewuster op zoek naar confrontaties. Bij het doelbewuste karakter van dit soort ondernemingen hoort het meenemen van wapens en het consumeren van drugs. Bovendien stemmen de supportersgroepen hun activiteiten beter op elkaar af. Ervaren vandalen spelen een grote rol bij de organisatie van gewelddadige ontmoetingen waarbij ze gebruik maken van moderne communicatiemiddelen. Bij deze ontwikkeling past dat het geweld zich verplaatst van het stadion naar gebieden ver buiten de stadions.
.
Om voetbalvandalisme verder te verminderen is een geïntegreerde aanpak op de lange termijn noodzakelijk. Daarbij moeten bindende afspraken gemaakt worden tussen alle bij het organiseren van wedstrijden betrokken organisaties. Clubs en (inter)nationale voetbalautoriteiten moeten hun verantwoordelijkheden waar gaan maken. Spelers en clubs hebben bijvoorbeeld een verantwoordelijkheid om op het voetbalveld ieder gedrag te voorkomen dat supporters kan aanzetten tot geweld. In de stadions zal een balans gezocht moeten worden tussen veiligheid aan de ene kant en gastvrijheid aan de andere kant.

Communicatie is een sleutelwoord bij het voorkomen van voetbalvandalisme. Daarbij gaat het niet alleen om communicatie tussen de veiligheidsdiensten. Communicatie van politiemensen, stewards en supportersbegeleiders met supporters  in hun eigen taal - helpt incidenten te voorkomen. De samenwerking bij internationale wedstrijden en toernooien is nog verre van optimaal: veel landen blijken niet in staat de benodigde informatie te leveren. Ook hebben landen met veel ervaring met de aanpak van voetbalvandalisme het gevoel dat hun ervaringen niet volledig wordt benut. Daarnaast draagt sensationele mediaberichtgeving, die soms inspeelt op nationalistische tendensen, bij aan een klimaat waarin voetbalvandalisme gedijt.

Het lijkt ons dan ook verstandig om het bestaande pakket aan repressieve maatregelen aan te vullen met preventieve maatregelen om voetbalvandalisme te voorkomen. Clubs en voetbalautoriteiten moeten verplicht worden geïntegreerde veiligheidsplannen op te stellen. Daarbij horen maatregelen zoals de aanstelling van supportersbegeleiders en het uitzetten van een mediastrategie. In Nederland worden steeds meer publieksvriendelijke stadions die gastvrij zijn en ook de sociale controle vergemakkelijken. Deze ontwikkeling verdient stimulansen. De betrokkenheid van supporters en supportersvereninging moet vergroot worden. Het is tijd voor een Europees plan van aanpak voor supportersbegeleiders. In landen waar dat nodig is, zoals in ons land, zouden alle wedstrijden van de nationale competitie op een gelijk tijdstip gespeeld moeten worden. Zo wordt voorkomen dat hooligans van een club die op een bepaald moment niet speelt, naar een rivaliserende club afreizen om daar rotzooi te trappen. De internationale samenwerking en afstemming kunnen beter. Elk land zou net als Nederland over een permanent centraal informatiepunt (CIV) moeten beschikken. Ook zouden stadionverboden internationaal moeten gelden. Het is vreemd om hooligans binnen eigen landsgrenzen uit stadions te weren terwijl ze in het buitenland wel ongehinderd voetbalwedstrijden kunnen bezoeken.

Voorafgaand aan en tijdens Euro 2000 moeten de deelnemende landen maatregelen nemen die passen bij die van het organiserende land. Daar horen informatievoorziening en een passende communicatiestrategie bij. Alle deelnemende landen zouden flinke aantallen stewards en supportersbegeleiders met hun supporters moeten meesturen. Door een actieve en open realtie met de media moet overdreven en onjuiste berichtgeving voorkomen worden. De internationale samenwerking dient voor en tijdens het kampioenschap geëvalueerd te worden. In de speelsteden moeten internationale ontmoetingscentra komen waar supporters in hun eigen taal terecht kunnen voor informatie en ondersteuning. Ieder deelnemend land dient een publiciteitscampagne op te zetten om een feestelijke en tolerante sfeer te bevorderen. Bij dit soort campagnes kunnen populaire spelers een rol spelen.

Voetbalvandalisme is een hardnekkig verschijnsel dat moeilijk is uit te bannen. Ook preventieve maatregelen bieden wat dat betreft geen garanties. Toch moeten we alles doen om deze serieuze bedreiging van de voetbalsport terug te dringen. Een benadering die zich zowel richt op repressie als preventie en die zich kenmerkt door een vergaande mate van Europese samenwerking kan daar op een positieve wijze aan bijdragen.

Dit artikel verscheen eerder in het Algemeen Dagblad
© Otto Adang en Gerrit Valk
Zie ook:

Volkskrant, 6 september 1999: "Niet ongenuanceerd optreden zoals de Fransen"
Reformatorisch Dagblad, 3 september 1999: "Weinig bekend over Europese hooligans"
Het Parool, 3 september 1999: "Stadionverbod in heel Europa"
Rotterdams Dagblad, 3 september 1999: "Onvoldoende informatie Europese hooligans"

Onderzoekprogramma Geweld- en Gevaarbeheersing in Conflictsituaties
Onderzoekprogramma Geweld- en Gevaarbeheersing in Conflictsituaties