"Hooligans, autonomen, agenten. Geweld en Politieoptreden in relsituaties" (Otto Adang, uitgegeven door Gouda Quint, Deventer,1998, ISBN 90-387-0649-9) geeft op basis van jarenlange systematische observaties inzicht in grootschalig politieoptreden en het ontstaan en de escalatie van rellen. Het gedrag van hooligans en autonomen blijkt minder uniform, minder gewelddadig en minder irrationeel te zijn dan vaak gedacht wordt. De politie kan veel doen om geweld te voorkomen, maar veel minder om het te stoppen.
In de loop der jaren is het grootschalig politieoptreden met vallen en opstaan aangepast aan de ontwikkelingen in de maatschappij. "Hooligans, autonomen, agenten" signaleert welke uitdagingen er liggen voor een succesvol grootschalig politieoptreden in de toekomst. Door het definiëren van potentiële relsituaties als een collectieve uitdaging van het overheidsgezag en het politiële geweldsmonopolie treedt een versimpeling van de werkelijkheid op die juist kan bijdragen aan het ontstaan en de escalatie van geweld die men wil tegengaan. Succes kan bereikt worden door toepassing van het "poldermodel" van de Nederlandse aanpak van grootschalig politieoptreden. De door Nederland en België gezamenlijk te organiseren Europese Kampioenschappen voetbal in 2000 vormen in dat verband een krachtproef.
"Talloze conclusies op basis van intensieve observaties, waar 'de politie' echt iets mee kan. Dit werk zou dan ook verplicht leesvoer moeten zijn voor elke politiechef, ME-commandant en beleidsmaker", aldus drs. Emile Kolthoff in het Tijdschrift voor de Politie over het onderzoek dat aan dit boek ten grondslag ligt.
INHOUD
Woord vooraf door Tjibbe Reitsma
Verantwoording
Lijst met figuren
1. Het onderzoeken van rellen
2. Hooligans
3. Autonomen
4. Groepsgeweld
5. Agenten
Nawoord
Noten
Literatuur
Het boek is geillustreerd met 10 foto's, 11 figuren en talloze observaties, waarvan hieronder een voorbeeld:
Observatie 54: Aankomst van achthonderd uitsupporters per trein. Rond het station zijn nauwelijks thuissupporters te bekennen. De bussen blijken nog niet klaar te staan. Als ze er zijn, blijken het er te weinig te zijn. Hoewel er in de omgeving van het station de nodige politie-eenheden zijn om eventuele thuissupporters op afstand te houden, bestaat het ontvangstcomite voor de uitsupporters uit twee agenten. Problemen levert dat niet op, maar de indruk die ontstaat is er wel een van laissez-faire. Problemen komen er wel bij de bussen. Er is geen controle op het aantal supporters dat in een bus plaatsneemt, niemand geeft de supporters aan te gaan zitten. Per bus zou een ME-er en een controleur aanwezig moeten zijn. Het resultaat is lichte chaos: schuddende bussen, op en neer rennende politiemensen en de vraag om extra politiepersoneel (dat er niet is) om supporters uit bussen te halen. Terwijl een deel van de bussen op weg gaat naar het stadion, komt de tweede combitrein aan. Tegen de afspraken in leidt de spoorwegpolitie de nieuw aankomende uitsupporters naar dezelfde plaats. Vervolgens worden deze supporters tegengehouden. Een van hen wordt door een politiehond gebeten. De supporters reageren fel, gooien met rotjes naar de spoorwegpolitie en schelden ze uit voor fascisten.
Korte tijd later zijn alle benodigde bussen aanwezig en stappen de supporters in. Sommigen gaan direct door naar het dak, een busruit gaat kapot.
Na een ritje van 15 minuten zijn de bussen bij het stadion. De fouillering stelt niet veel voor: er zijn maar vijf leden van een bewakingsdienst die fouilleren en de supporters zorgen voor een grote druk. In het stadion worden al snel enkele spandoeken van de uitsupporters gepikt door twee thuissupporters die over het hek van hun eigen vak geklommen zijn. In het vak van de uitsupporters wordt het steeds rumoeriger. Enkele uitsupporters weten een zijhek te forceren. Het aanwezige verkooppunt wordt geplunderd en de flessen vliegen het veld op. Als reactie stelt de politie ME op aan beide zijden van het vak. Uitsupporters gooien met voorwerpen naar de ME en in de richting van de rivaliserende supporters. De thuissupporters staan te ver weg om te kunnen raken. Opdringende uitsupporters krijgen af en toe een klap van een ME-er. Temidden van de ongeregeldheden weet de ME-commandant ter plekke gedaan te krijgen dat de supporters hem de gasfles uit het geplunderde verkooppunt overhandigen ter voorkoming van gevaar.
Naarmate het geplande aanvangstijdstip van de wedstrijd nadert komen er steeds meer rotjes, rookbommen en vuurpijlen tot ontbranding vanuit het vak met de uitsupporters. Zo'n 50 man zijn actief betrokken bij het gooi- en smijtwerk. Op een gegeven moment hangt er een wolk van rook. Vanuit de wolk vliegen etenswaren e.d. het veld op in de richting van de doelman van de thuisclub. Aan alle kanten is lawaai, rook en vuurwerk, via spreekkoren worden de rivaliserende supporters doodgewenst. De impact is vele malen groter dan die van het gebruikelijke vuurwerk dat de thuissupporters gewoon zijn te ontsteken vlak voor de wedstrijd. Als een aantal van die thuissupporters hun vak verlaten om in de richting van de uitsupporters op te stomen lijkt de dag volledig uit de hand te lopen. Het zicht op de ME die aan komt zetten doet hen echter weer op hun schreden terugkeren. Maar de wedstrijd kan zo niet beginnen. De scheidsrechter maakt aanstalten de aangetreden ploegen naar de kleedkamers te sturen. Coach en spelers van de bezoekende club lopen naar hun supporters en spreken ze aan. Het gooien wordt geleidelijk minder, de spreekkoren veranderen in "voetballen" en tien minuten te laat start de wedstrijd alsnog. In het vak met uitsupporters zijn inmiddels een aantal agenten in burger aanwezig. Een van hen praat met de supporters en vervult zo een regulerende functie. In de loop van de wedstrijd houden de agenten in burger twee keer een uitsupporter aan.
Na een half uur komt de thuisclub op een achterstand van 0-2 en escaleert het. Dertig tot vijftig thuissupporters verlaten hun vak en gaan in de richting van de uitsupporters. Ze hebben de nodige munitie bij zich: grote stenen en stukken beton, ter plekke verkregen door de tribune te mollen. De uitsupporters reageren direct door naar hun hek te komen, "kom maar" te roepen en voorwerpen te gooien. De afstand is te groot om elkaar te raken, maar al snel ligt een hoek van het speelveld bezaaid met stenen. De thuissupporters op het tussengelegen tribunevak de verlaten wijselijk het stadion. De 14 ME-ers ter plekke liggen nu van twee kanten onder vuur en gaan met de ruggen tegen elkaar staan. Na een minuut of vijf is er ME ter plekke waarna de thuissupporters hun vak weer opvluchten. Als de twee ME-secties naar voren komen worden ze zwaar belaagd: van twee kanten krijgen ze stenen naar zich toe en ze trekken zich een stukje terug. De sectiecommandant vraagt om assistentie. Die moet zich nog gedeeltelijk "omhangen" en komt na zes minuten. Ondertussen heeft de ME drie keer bij een heftige stenenregen een korte charge uitgevoerd en zich weer teruggetrokken. De versterking kruipt voor hun collega's die al tien minuten stenen gehapt hebben en gezamenlijk wordt de tribune ontruimd. De commandant ter plaatse heeft zich er eerst van vergewist dat de supporters het vak kunnen verlaten en dat hij toestemming heeft om tot ontruiming over te gaan. Na een korte laatste stenenregen zoeken de supporters een goed heenkomen. De vergelijking met de ramp in het Heizel-stadion dringt zich op: mensen komen in de verdrukking en worden onder de voet gelopen. Het lukt de ME niet de linie te handhaven: enkelen gaan sneller en er wordt stevig gemept. Enkele supporters slaan en trappen naar de agenten. Na anderhalve minuut staat de ME-linie volledig stil en hebben hondengeleiders ervoor gezorgd dat de ME-linie niet meer in de rug aangevallen wordt. Enkele supporters liggen gewond op het vak.
De uitsupporters hebben ondertussen niet stilgezeten. De ME aan de andere kant van hun vak is weggehaald om te assisteren bij de ontruiming en dat biedt mogelijkheden. Het hek wordt belaagd en gaat open. Een groepje van 20 tot 30 uitsupporters dreigt nu de eretribune te bestormen. Na een minuut of drie worden ze weer hun eigen vak ingepraat.
Het is inmiddels rust, maar de wedstrijd zal niet meer hervat worden. De speaker deelt mee dat de wedstrijd gestaakt is. De thuissupporters verlaten het stadion. Een aantal loopt om het stadion heen om de uitsupporters te bekogelen. Die gooien naar hartelust terug. De ME verjaagt de thuissupporters en de uitsupporters worden weer hun vak ingepraat. Ambulances rijden inmiddels af en aan voor de gewonden op het ontruimde vak. Een uur na de mededeling dat de wedstrijd definitief gestaakt is worden de uitsupporters onder strikte ME-begeleiding weer met bussen naar het station gebracht. Einde van een voetbalmiddag. De krantenkoppen de volgende dag liegen er niet om en spreken van een hel, een explosie van geweld en de grootste veldslag in de nationale voetbalhistorie, waarbij we ontsnapt zijn aan een Heizel-drama.