Onderhandelen in situaties als gijzelingen, ontvoeringen en andere crises maakt steeds meer school. Onderhandelen is niet alleen bedoeld ter ondersteuning van een tactische ingreep. Onderhandelingen bieden politiecommandanten meer mogelijkheden een kritiek incident op te lossen. Onderhandelingen kunnen een alternatief bieden voor wapenstok en pistool. November 1998 organiseerden het toenmalige Politie Instituut Openbare orde en Veiligheid (PIOV, nu PIOG), de Metropolitan Police en een onderzoeksgroep van de Rijksuniversiteit Groningen met steun van de Europese Unie de Eerste Europese conferentie over onderhandelingen bij gijzelingen. De "Proceedings" van de conferentie, waarbij 145 deelnemers uit 21 verschillende landen zich hadden verzameld zijn gepubliceerd onder de titel "To save lives" (O. Adang & E. Giebels, eds., Elsevier bedrijfsinformatie, 's-Gravenhage, ISBN 90-5749-415-9).
De conferentie had tot doel:
1. overeenkomsten en verschillen tussen EU-lidstaten te inventariseren met betrekking tot gijzelingsincidenten en de afhandeling van gijzelingsincidenten, speciaal met betrekking tot wetgeving en operationele procedures;
2. gezamenlijke trainingsbehoeften voor personeel betrokken bij het optreden in het kader van gijzelingsincidenten vast te stellen;
3. samenwerking tussen lidstaten te verbeteren, vooral met betrekking tot grensoverschrijdende gijzelingssituaties;
4. innovatieve wijzen van aanpak van gijzelingssituaties te bespreken.
Bij "gijzelingsincidenten" gaat het overigens om een breed scala van situaties waarbij de politie gebruik maakt van onderhandelingen als een vreedzaam alternatief voor een tactische interventie, zoals naast de "klassieke" gijzelingen ook terroristische aanvallen, huiselijke crises, criminele ontvoeringen en gevangenisopstanden.
Grensoverschrijdend
In "To save lives" benadrukt Peter IJzerman, algemeen directeur LSOP, het belang van communicatie en onderhandeling als een manier om potentieel explosieve situaties op te lossen. Internationale samenwerking wordt daarbij steeds belangrijker gezien het feit dat er steeds vaker grensoverschrijdende incidenten plaatsvinden en gezien de toename in culturele en etnische diversiteit binnen Europa. IJzerman roept ook op tot meer onderzoek. In een apart hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de rol van gedragswetenschappers bij crisisonderhandelingen. David Veness van de Metropolitan Police schetst een historisch overzicht. De Metropolitan Police heeft een grote rol gespeeld in het uitbouwen van het onderhandelen in gijzelingssituaties. Katalysator voor die ontwikkeling waren overigens de treinkapingen die in de jaren zeventig in Nederland plaatsvonden.
Ellen Giebels van de Rijksuniversiteit Groningen geeft een overzicht van de overeenkomsten en verschillen die er tussen de diverse landen (en binnen landen) bestaan met betrekking tot de aanpak van gijzelingen en de training van onderhandelaars. Onderhandelaars blijken vooral ingezet te worden bij zelfmoordpogingen, huiselijke crises, criminele ontvoeringen en zich barricaderende verdachten. Minder vaak wordt onderhandeling toegepast bij aanhoudingen van gevaarlijke criminelen, politieke ontvoeringszaken en gevangenisopstanden. Op basis van gegevens uit 14 verschillende landen blijkt dat er wat betreft de aanpak van gijzelingssituatie veel overeenkomsten bestaan tussen de verschillende landen en binnen landen tussen verschillende regio's. Verschillen zijn er ook. Zo is er bepaald geen overeenstemming over wat wel en niet onderhandelbaar is (drugs bijvoorbeeld?) en of je altijd eerlijk moet zijn in de communicatie naar een gijzelnemer. Verschillen in organisatie van de politie en het gezag over de politie komen ook tot uiting in de aansturing bij gijzelingssituaties. In sommige landen wordt onderhandelen vooral gebruikt als een middel om een tactische ingreep mogelijk te maken, in plaats van als een middel om de zaak tot een goed einde te brengen.
Randall Rogan, hoogleraar aan Wake Forrest University en adviseur bij diverse gijzelingsacties in Amerika, geeft uitleg over zijn model om de communicatie die plaatsvindt tijdens onderhandelingen bij gijzelingen beter te begrijpen. Via een proces van begrijpen en het beïnvloeden van de communicatie worden overheersende problemen opgelost en wordt het emotionele accent verlegd. Voorkomen van gezichtsverlies, rekening houden met behoeften, relationele aspecten en emoties zijn allemaal nodig om tot een oplossing te komen. Communicatieve vaardigheden zijn volgens Rogan de sleutel tot een deëscalatie van crisissituaties.
Internationale samenwerking verbeteren
In een afsluitend hoofdstuk worden de conclusies van de conferentie op een rij gezet. Op verschillende terreinen is er behoefte aan training. Genoemd werden training op het gebied van omgang met gijzelnemers die een andere culturele of etnische achtergrond hebben, meer informatie over de psychologische achtergrond van gijzelnemers en van de manier waarop gijzelnemers de onderhandelingen beleven, meer kennis over internationale verdragen en aan gezamenlijke training. Er zijn inmiddels al een aantal initiatieven genomen. Met de Koninklijke Marechaussee zijn er een aantal oefeningen op Schiphol georganiseerd. Samen met het opleidingsinstituut van de Dienst Justitiele Inrichtingen zijn er oefeningen gehouden met gevangenis- en politiepersoneel. In 2000 is er door het PIOG in samenwerking met de Rijkswacht (nu federale politie) te België en de regio Midden West Brabant een grootschalige oefening "grensoverschrijdende gijzelingen" gehouden. De ervaringen hiervan worden samengevoegd met de kennis die reeds opgedaan is in de cursus "liaisons t.b.v. gijzelingen" (zie Algemeen Politieblad 1998/24) om zodoende tot een nog uitgebalanceerder concept te kunnen komen dat gebruikt kan worden bij internationale calamiteiten waarbij onderhandeld moet worden. Er blijkt ook grote behoefte te zijn aan een training voor zogenaamde "first responders", de eerste agenten die te maken krijgen met een kritiek incident. Als enige land is in Nederland al ervaring opgedaan met een dergelijke training. De PIOG-cursus "crisiscommunicatie" die tot nog toe aan leden van arrestatieteams gegeven is gaat dan ook voor andere doelgroepen beschikbaar komen. De eerste 15 tot 45 minuten bij een kritiek incident zijn namelijk vaak cruciaal. De betrokkenen zijn in deze fase meestal zeer opgewonden baseren hun acties meer op emoties dan rationele gedachten. Het eerste contact bepaalt daarom ook voor een groot deel het uiteindelijke resultaat. Doel van "crisiscommunicatie" is niet het opleiden van professionele politie-onderhandelaars maar het aanleren c.q. verbeteren van vaardigheden voor situaties die zich in het dagelijks politieleven voordoen en die eventueel uit kunnen monden in daadwerkelijke onderhandelingen.
De samenwerking binnen Europa kan behalve door gezamenlijke training verder verbeteren door meer formele samenwerkingsverbanden aan te gaan, door richtlijnen en draaiboeken voor grensoverschrijdende samenwerking te maken, door wetgeving meer op elkaar af te stemmen en door informatie over "best practice" uit te wisselen. Ook het idee om bij grensoverschrijdende gijzelingen buitenlandse onderhandelaars als adviseur in een onderhandelaarsteam op te nemen heeft toegevoegde waarde.
De deelnemers aan de conferentie gaan de proceedings gebruiken om in de diverse landen ook hogere niveaus van besluitvorming te informeren over de problematiek rond het onderhandelen in grensoverschrijdende gijzelingssituaties. Vertegenwoordigers vanuit Nederland en Engeland brengen een werkgroep van contactpersonen uit alle Europese landen tot stand die initiatieven gaat ontwikkelen op het gebied van informatie-uitwisseling en de uitwisseling van onderhandelaars. Onderzoekers vanuit Nederland, België en Duitsland hebben op zich genomen om met concrete voorstellen te komen gericht op onderzoek naar verschillen in wettelijke procedures, het inventariseren en toepassen van verschillende theoretische modellen en het perspectief van daders, slachtoffers en familieleden.
Conferentie en proceedings dragen er hopelijk toe bij dat politie-onderhandelingen steeds meer gezien en toegepast wordt als dat wat het werkelijk is: een reële oplossing voor een reëel probleem!
Nederlandse onderhandelaars verenigen zich in nationaal onderhandelaars platform (NOP)
Nederland kent ongeveer 50 opgeleide en operationeel inzetbare onderhandelaars, verspreid over de regio's. Er bestaan een 7-tal samenwerkingsverbanden, die een snelle operationele inzet garanderen. Afstemming tussen de samenwerkingsverbanden maakt het mogelijk nog meer professionaliteit te bieden.
Het werken in teamverband en de gebruikte werkmethodieken en materialen, blijken in de praktijk uitstekend te functioneren. In relatie tot het belang van de taak van onderhandelaars, vereist deze werkwijze wel een continu onderhoud van de vaardigheid en afstemming tussen de landelijke onderhandelaars enerzijds en op de operationele (recherche-)aanpak van ontvoeringen, gijzelingen etc. Bovendien moet permanent gezocht worden naar verdere ontwikkeling en professionalisering van de systematiek.
Om die reden hebben op de conferentie een aantal onderhandelaars het initiatief genomen om te komen tot een landelijke overlegvorm, waarin bovenstaande zaken verder besproken en uitgewerkt worden.
Het NOP bestaat uit vertegenwoordigers van de reeds genoemde 7 samenwerkingsverbanden, aangevuld met het CRI en het PIOG. Het doel van het NOP is met name het leren van elkaar door ervaringen uit te wisselen en samen te bezien of en hoe het nog beter kan. Door een goede terugkoppeling van de leden van het NOP naar de collega's in de samenwerkingsverbanden wordt getracht een breed draagvlak en een optimale communicatie met elkaar te bewerkstelligen.
De taak van het NOP daarin is de diverse werkzaamheden op elkaar af te stemmen en de voortgang te bewaken, het voorbereiden van diverse activiteiten en het bespreken van actuele zaken op het gebied van beheers- en operationele zaken met een nationaal karakter. Daarnaast kunnen beleidsmatige zaken worden aangedragen die door de juiste verantwoordelijken geïnitieerd dienen te worden.
Dit artikel verscheen in 2000 in het Algemeen Politieblad