Onderzoekprogramma Geweld- en Gevaarbeheersing in Conflictsituaties
Spray met visie, visie op spray
Afsluitende onderzoeksrapportage van het "Pepperspray Project"


© Otto Adang, 2005

In opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is door de Politieacademie in samenwerking met IVA te Tilburg onderzoek gedaan naar de landelijke invoering van pepperspray. De afsluitende onderzoeksrapportage geeft een overzicht van het "Pepperspray project" gedurende de periode van landelijke introductie (tussen 1 april 2002 en 1 april 2004) en de daaraan voorafgaande verlengde pilot (1 januari 2001 – 1 april 2002). Het omvat onder andere een analyse van ruim 3000 incidenten waarbij daadwerkelijk gebruik is gemaakt van pepperspray en de resultaten van een in 2005 gehouden survey naar de opvattingen van politieambtenaren over pepperspray.

Eindconclusies
Het evaluatieonderzoek heeft geleid tot een realistischer kijk op pepperspray als geweldmiddel. Nu er inmiddels (inclusief de pilot) meer dan 4000 verdachten met pepperspray zijn bespoten en een veelvoud daarvan aan politieambtenaren tijdens de training de gevolgen van pepperspray heeft ondergaan is duidelijk dat, mede dankzij de zorgvuldige wijze waarop pepperspray in Nederland is ingevoerd, gebruik van pepperspray in de praktijk plaatsvindt zonder medische complicaties. De gerealiseerde mate van effectiviteit en de mate waarin politieambtenaren die pepperspray gebruiken hun doel bereiken noopt tot nuchterheid: pepperspray is niet alleen geen wondermiddel gebleken, maar is net als andere geweldmiddelen in sommige situaties gewoon niet of veel minder effectief en wordt soms zelfs contraproductief, als verdachten er agressief (of agressiever) van worden.

De rol van leidinggevenden binnen korpsen, zowel organisatorisch als in het kader van de toetsing is aanvankelijk onderschat. Leidinggevenden dienen een cruciale rol bij de normering en inkadering van politieel geweldgebruik te spelen. Regelmatige analyses van gebeurtenissen waarbij politieambtenaren geweld gebruiken en waarbij geweld tegen hen gebruikt wordt zijn daartoe van belang. De daartoe benodigde gegevens zijn beperkt beschikbaar, en in nog mindere mate is er sprake van gedegen analyses op regionaal of districtelijk niveau. In de loop van het onderzoek is gebleken dat het lastig is gegevens te achterhalen over gebruik van geweld tegen de politie en de gevolgen daarvan. Er zijn inmiddels een aantal initiatieven genomen om daar verbetering in te brengen en het is van belang deze ontwikkeling door te zetten en te ondersteunen omdat de beschikbaarheid van dergelijke gegevens bijdraagt aan een effectieve, veilige en verantwoorde politie-inzet.

In het kader van het project ter introductie van pepperspray is veel kennis opgedaan. Het ging daarbij niet alleen om kennis die direct gerelateerd is aan pepperspray, maar ook meer algemeen om kennis die relevant is voor politieel geweldgebruik in het algemeen (en voor aanbestedingstrajecten, etc.). Het is van belang deze kennis vast te houden en verder te verspreiden. De Politieacademie zou in dat opzicht nadrukkelijker dan in de loop van het invoeringstraject het geval is geweest invulling dienen te geven aan een rol als kenniscentrum.

Bij toekomstige wijzigingen in bewapening of uitrusting zal het van belang zijn nadrukkelijk rekening te houden met de ervaringen opgedaan met de introductie van pepperspray bij de Nederlandse politie. Aandachtspunten zijn onder andere:
- De interne communicatie binnen het ministerie van BZK bij voorgenomen wijzigingen in regelgeving;
- Het voor aanbestedingstrajecten benodigde en gewenste tijdpad en de bewaking van dat tijdpad;
- Het belang van logistieke randvoorwaarden;
- De inpassing in basisopleidingen.